Alles zingt
(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje
[pagina 216]
| |
Door die mengeling van verven
In het stil en lieflijk woud,
Strikt de zon een kostb'ren keten
Van het allerfijnste goud.
Zelfs de nevel, droef en somber,
Waar hij ook te voorschijn treedt,
Strooit een overvloed van paarlen
Op het kleurig najaarskleed.
Voor- of najaar, zomer, winter,
Morgen, middag, avond, nacht,
Altijd is Natuur vol schoonheid,
Rijk aan verven, vol van pracht.
Of de Lente 't veld doet blozen,
Of de Zomer 't aardrijk tooit,
Of de Herfst met kleuren toovert,
Of de Winter zilver strooit,
Altijd is de Schepping heerlijk!
Altijd biedt zij ons genot!
Altijd voert zij 't vrome harte
Dankbaar tot U op, o God!
|
|