Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende [pagina 206] [p. 206] 208. Mietje en hare kat. De kleine Mie Had op haar' knie Een' groote, grauwe kat. Zij had pleizier Als 't mollig dier Zoo lief te spinnen zat. Ze riep: ‘Hoezee!’ En danste ermeê De kamer op en neer, En riep maar luid: ‘O, kleine guit, Dat doen we nog eens weer!’ En ongestoord Ging dat zoo voort; Ze hadden beiden schik. Zij gaf haar toen Een' fermen zoen En poes gaf haar een' lik. Maar in dat huis Woonde ook een' muis, - Een dikzak, - vrij en blij. En deze riep Nu zacht, ‘Piep-piep! Poes, dans nu eens met mij!’ Maar poesje dacht: ‘Dat 's onverwacht [pagina 207] [p. 207] Een keurig middagmaal!’ En, een-twee-drie, Van Mietjes knie Sprong ze aanstonds in de zaal. Wat ging dat gauw! ‘Miauw, miauw!’ Ons muisje was niet meer. Maar Mietje sprak: ‘O, bullebak, Ik dans met u nooit weer!’ Vorige Volgende