Alles zingt
(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje
[pagina 180]
| |
En kwam dan de Franschman nog ân,
Dan zeî hij: ‘Ik sta je, goe-man!’
Dat was nog eens een kerel,
Een zeeman van sta-vast.
Hij kon zoo krachtig spreken,
Als Holland was in last.
Het klonk in kanonnen-gedonder:
‘Je krijgt er Oud-Holland niet onder!
Janmaat waagt zijn leven en bloed,
Maar wijken, neen, wijken geen voet!’
En was dat woord gesproken,
Dan viel hij dapper aan,
Doch was de vijand de eerste,
Dan wist hij pal te staan.
En zwegen in 't eind de kanonnen,
Dan stond hij daar onoverwonnen
En 't klonk dan in koor langs den vloed:
‘Wij weken, wij weken geen' voet.’
Och, Vlissinger De Ruyter,
Och, goede Bestevaêr,
Wek alle saaie jongens
En schudt ze eens door elkaêr!
Dan zal er geen vijand ooit komen
En kapen het land, als wy droomen,
Dan roepen wij ook, als voorheen:
‘Je krijgt toch Oud-Holland niet, neen!’
|
|