Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende 157. In het voorjaar. Gij, lieve, mooie voorjaarszon, Hoe tintelt ge op de ruiten, Alsof gij ons thans zeggen wilt: ‘Komt, kind'ren, komt naar buiten! Daar buiten gaan in zonneglans De kleine mugjes blij ten dans; Daar brommen zij haar vroolijk lied: ‘Hoe schoon is wat Natuur ons biedt! Hoe heerlijk is 't hier buiten!’ - Och, lieve, schoone voorjaarszon, We willen in uw' stralen Wel dart'len door de groene dreef, En langs de velden dwalen; Maar zie, dat kan nu eenmaal niet; Voor steêluî klinkt geen vog'lenlied. Die zitten dikwijls hoog en droog, En laten, gansche dagen, 't oog Langs pan en dakgoot dwalen. Hoor, lieve, beste voorjaarszon, Had ik maar te bevelen, Dan liet ik mij daar buiten ook Door zoele koeltjes streelen! [pagina 155] [p. 155] Dan zat ik aan den held'ren plas, Of 'k lag lang-uit in 't frissche gras, Dan ademde ik de vrije lucht, En 'k liet, de muffe straat ontvlucht, Mij door uw' goudgloed streelen. Vorige Volgende