Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende 93. Eigen schat. Honderd jongens, honderd meisjes Wonen in één huis bijeen; 'T zijn geen' kind'ren van één' Vader Of van ééne Moeder, neen! Vóór zij hier te zamen kwamen Kenden zij elkander niet. Ieder had zijn eigen huisje. Eigen blijdschap en verdriet! Ieder had zijn' eigen Ouders.... Ach, dat alles zoo verdween! Eigen huisje, vreugde en droefheid, Eigen Ouders - - alles heen! [pagina 94] [p. 94] 'T weeshuis riep die arme kind'ren Vriendelijk een ‘welkom!’ toe. Één Man heet hun aller Vader, Één' Vrouw heet hun aller Moe'! Allen heeten Broêr en Zuster. 'T kruis van de een, is aller kruis. Samen deelen ze in de vreugde, Samen deelen ze één groot huis. Of ik daar zou willen wonen? Neen! Zoo ik te kiezen had, Ik koos zeker eigen huisje, Eigen Ouders, eigen schat. Vorige Volgende