Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende 91. Te koud. 'T was op een wintermorgen, Zoo tegen vijven was 't, 'K werd wakker en zij sliepen In huis nog allen vast. ‘Wacht,’ dacht ik, ‘'k zal ze eens foppen ‘En stil mijn bed uitgaan; Mij wasschen en mij kleeden Is stil en gauw gedaan.’ Ik ging toen zacht het bed uit; Maar, brrr, wat was het koud! Geen' kachel en geen licht aan! En nergens turf of hout! [pagina 92] [p. 92] Ik stak mijn' hand in 't water; Maar 'k raakte van de wijs, Ik voelde nergens water, 'T was alles klinkklaar ijs. Zóó vroor het op de kamer. Wat heb ik toen gedaan? Mijn' kousen uit, en 'k ben toen Weer stil in bed gegaan. Vorige Volgende