Alles zingt
(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje
[pagina 75]
| |
Het kan ook heel niet knorren,
En 't heeft nog nooit gewroet,
Zooals dat in het mesthok
Het echte varken doet.
Toch kan 't verbazend eten;
'T verslindt zijn voedsel vlug;
'T gaat alles door een gaatje
Te midden van zijn rug.
Maar geeft ge 't melk of boonen
Of goeden varkensdraf,
Het dier laat alles rusten
En neemt er niets van af.
'T eet centen, stuivers, kwartjes,
En zijn hem die te min,
Dan slikt de groote slok-op
Zelfs wel rijksdaalders in.
Maar is de buik van 't varken, -
Bij zijn geboorte hol, -
Zoo, na een aantal dagen,
Tot aan het randje vol,
Dan wordt hem 't kostbaar voedsel
Niet langer aangebracht;
'T is uit dan met zijn smullen:
De slok-op wordt geslacht.
Is dat geen wonder-varken?
Wie kent den naam van 't beest?
Wel, 'k denk zoo, vriendjes, dat het
Mijn spaarpot is geweest.
|
|