Alles zingt
(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje
[pagina 66]
| |
Voor den spiegel sta ik 's middags,
Als ik mij heb aangekleed;
Maar mijn' Moeder roept weer spoedig:
‘Zijt ge nog al niet gereed?’
Voor den spiegel sta ik 's avonds,
Als ik papillotten zet;
Doch het duurt niet lang, of 't klinkt weer:
‘Kindlief, ga dan toch naar bed!’
Voor den spiegel sta ik gaarne,
Moeder vindt dat glad verkeerd;
‘Menig kind,’ zoo zegt ze dikwijls,
‘Heeft daar ijdelheid geleerd.
‘IJd'le menschen doen ook and'ren,
Maar zichzelven 't meeste kwaad.
En ge leert juist 't omgekeerde
Als gij voor een' spiegel staat!’
Recht verstaan en recht begrijpen,
Doe ik mijne Moeder niet!
Toch zou 't wel verstandig wezen,
Als ik maar dat pronken liet.
|
|