Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende 44. Benjamin. Mijn oudste broer was negen En ik al zeven jaar, En tusschen hem en mij was Een enkel zusje maar. Ik was dus 't jongste zoontje, Maar op een morgen, zie, Was ik zoowaar niet langer De jongste van de drie. ‘Kijkt, kind'ren,’ zeî een' baker, ‘Is dat nu geen pleizier? Is dat geen pret? Hier is nu De jongste van de vier.’ ‘En hoe zal die nu heeten?’ Vroeg ik met blijden zin. ‘Wel, jongen,’ zeî de baker, ‘Ik denk van Benjamin!’ [pagina 40] [p. 40] 'T is Benjamin geworden, En wie hier komt zegt wis: ‘Ik zie wel dat de jongste Hier ieders liev'ling is.’ Vorige Volgende