Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende 37. De schoorsteenveger. Ieder voorjaar komt hij weer Met zijn' bezems, haken, touwen, In den schoorsteen schoonmaak houën, En het gaat dan op en neer. Een zit dood op zijn gemak Boven op den nok van 't dak. Een zit onder voor het gat Heelemaal met roet bestoven, En roept aan den man daar boven Nu en dan een woord of wat. 'T klinkt dan ak'lig: ‘boe, boe, boe!’ Dat zegt vast: ‘Ik ben zoo moê!’ [pagina 34] [p. 34] Met zoo'n zwarten man op 't dak En zoo'n zwarten daar beneden, Beef ik over al mijn' leden, En 'k ben niet op mijn gemak. Ik denk ieder oogenblik: Is dat ook een kinderschrik? Kinderschrik! ge lacht er om, En ge zegt: ‘Hoe kan het wezen, Dat ge voor zoo'n man kunt vreezen? Foei, ge zijt nog vrees'lijk dom!’ Ja, ik weet dat alles, maar 'K word met Mei ook pas vijf jaar. Vorige Volgende