Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende 9. Hij en zij. Hij is de sterke, de man, die met kracht Werkt voor 't gezin, 't zij bij dag of bij nacht. Zij is de goede, de vrouw, die met lust Stillekens arbeidt, als 't kindeken rust. Hij is de man, die zich arbeidt in 't zweet, En ons dan toeroept: ‘Nu, kindertjes, eet!’ Zij is de vrouw, die ons zegt bij gebrek: ‘Eet dan toch, kind'ren, want ik heb geen' trek!’ Hij is de man, die ons dreigt met een' straf, Gaan wij met opzet van 't goede pad af! Zij is de vrouw, die met vriend'lijken raad Wijst op wat goed is, en waarschuwt voor 't kwaad. [pagina 7] [p. 7] Hij is de stugge, de man, die een' traan Stilllekens wegpinkt, als ging hem niets aan. Zij is de teed're, die als er een weent, Liefdevol, tranen met tranen vereent. Hij is mijn Vader, mijn' Moeder is Zij. Wie die twee eeren en lieven, zijn Wij. Vorige Volgende