Galerij van vrouwelijke bedrijven voor de Nederlandsche jeugd(1844)–G. (Pz.) Los– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] GROENVROUW. [pagina 7] [p. 7] De groenvrouw. ‘Jufvrouw! moet er groenten wezen? 'k Heb dees morgen uitgelezen Doppers, peulen, peen en sla! Kom, koop nu eens wat van Ka. -’ Zoo weet zij haar waar te prijzen. Elk heeft zijn' bijzondre wijzen Waardoor hij de koopers wint, En des levens nooddruft vindt. Wie niet gaat op slinksche wegen, Wacht vertrouwend op Gods zegen; En, bij 't meerdren van het goed, Houdt hij een gerust gemoed. Vorige Volgende