Vaderlandsche historie. Deel 23

In den Raad van Staaten verwelkomd.

Wanneer de Prins eenige Staatsoverweegingen bygewoond hadt, werden de Baron van Tengnagel, a. van bergsma, r. de drews, wegens Gelderland, Friesland en Stad en Lande, ter Algemeene Staatsvergadering Zitting hebbende, door den Voorzitter verzogt, zyne Hoogheid in te leiden by den Raad van Staaten, 't welk geschiedde met eene Aanspraak van gemelde Baron van Tengnagel, die in 't breede beantwoordt werd door carel georg, Graaf van Wassenaar, Heer van Twikelo, wegens Friesland, in deezen Raad voorzittende. Niet ongepast merkte hy op ‘dat, gelyk het een Jaar des Vredes was, toen zyne Doorlugtige Hoogheid het eerste licht aanschouwde, het ook een Jaar des Vredes was, een Jaar dat de Tempel van Janus weder stondt geslooten te worden; dat hy de eerste stappen deedt in de loopbaane thans voor hem geopend, aan welker einde de Tempel der Onsterflykheid zich ontsloot voor die geenen, wier Naamen zich haare Kroon waardig maakten.’ - Naa 't vermelden van de Hoofdbezigheden des Raads van Staaten 'er by voegende: ‘de Raadpleegingen betrekkelyk tot het voeren van Oorlog en Krygstoerustingen hier gehouden, zullen uwe Doorl. Hoogheid overtuigen, dat, in de diepste rust, de ontzaglykste toerustingen moeten geschieden, om altoos niet

[p. 226]

alleen in een gedugten staat van Tegenweer te zyn; maar om, des noods, onze Verbonden gestand te doen, op dat de dierbaare Vreede bewaard moge worden, zonder dat men, by gebrek van genoegzaame voorzorgen, Laagheden behoeve te verduwen van trotsche Vyanden; en, boven dien, op dat men, genoodzaakt zynde, een hartlyke en rechtgeaarte Nederlandsche Taal te voeren, ook in staat zy dezelve kragtdaadiglyk staande te houden, en onzen Leeuw nimmer vergeefsch te doen brullen.’ - ‘En,’ voerde hy den Prins vervolgens te gemoete, ‘wat heerlyker belooning is 'er voor een Vorst, dan eene algemeene en op Deugd gevestigde Liefde des Volks! Deeze zal u, ô Vorst! nimmer missen, by aldien uw teder hart ontstooken wordt in Liefde voor het lieve Vaderland, en deszelfs belangen, zo naauw, ja zo onschendbaar, met die van uwe Doorlugtige Hoogheid verknogt en verbonden, standvastig en getrouw gadeslaat, en onvermoeid zoekt te bevorderen. Immers hoe magtiger onze Vrye Staat is, hoe hooger de Luister van uwe Doorl. Hoogheid klimmen moet. - Roemrugtiger is het aan het hoofd van een Vry volk te zyn, dan over een laffen hoop Slaaven te gebieden!’

De Baron van tengnagel hadt, volgens last, by zyne inleidende Aanspraak, Berigt gegeeven van de gedragene zorgen voor 't Geheim, en het afleggen des Eeds,

[p. 227]

des betreffende, door den Erf-Stadhouder, by Handtastinge, ter Vergaderinge van hun Hoog Mogenden gedaan, en woonde hy dus de Raadpleegingen van den Raad van Staaten by; naa afloop van dezelve deeden vier Leden van den Raad, uit Gelderland, Holland, Overyssel, Stad en Lande, met den Secretaris Mr. d. van royen zyne Hoogheid uitgeleide, hem tot in het Stadhouderlyk Kwartier vergezellende.