Vaderlandsche historie. Deel 23
(1789)–Petrus Loosjes Azn.– Auteursrechtvrij1763. De Tyd dat Willem de V in de Hooge Staatsvergaderingen Zitting zou neemen nadert.Hadt men reeds op den Elfden Jaardag des Erfstadhouders, hem in de Vergadering der Algemeene Staaten, voor veelen onverwagt, ingeleidGa naar voetnoot(§), de Ouderdom, op welken hy in de Hooge Vergaderingen des Lands, volgens de Plans der Voogdyschappe, ter kennis verkryginge van 's Lands zaaken, onder den Eed van Geheimhouding, Zitting zou neemenGa naar voetnoot(§§), naderde met zynen Vyftienden Jaardag, in den Jaare mdcclxiii. In Louwmaand deedt Gelderland den voorslag, om de wyze te beraamen, op welke die Zittingneeming zou geschieden, en vier dagen laater werd op dit stuk beslooten, met bepaaling | |
[pagina 224]
| |
van den negenden van Lentemaand, tot die PlegtigheidGa naar voetnoot(*). Daags eer dezelve plaats greep, viel de Jaardag in, welke hem daar toe bevoegd maakte. Eene aanzienlyke Bezending, met den Heer zeno diderik walraed, Baron van Tengnagel Heer van Bronkhorst, aan 't hoofd, begroette den Erfstadhouder staatlyk, wegens den vervulden Ouderdom van Vyftien Jaaren, met heuchlyke verwittiging, dat de dag nu gekomen was, op welken hy in 's Lands hooge Vergaderingen Zitting zou neemen. |
|