Vaderlandsche historie. Deel 23
(1789)–Petrus Loosjes Azn.– Auteursrechtvrij
[pagina 195]
| |
De Dood der Russische Keizerinne Elizabeth brengt eene groote verandering te wege.Dit byster oorlogzugtige gelaat der zaaken in Europa, klaarde ten onverwagtste op. De dood van de Alleenheerscheresse aller Russen, op den vyf- en - twintigsten van Wintermaand des Jaars mdcclxi, plaatste peter den III, op den Russischen Throon. Deeze Vorst was geheel ingenomen met den Koning van Pruissen en hadt den Oorlog door elizabeth tegen frederik den grooten, in gemeenschap met de Hoven van Weenen en Versailles gevoerd, met leede oogen aangezien. Zo onbegrensd was de bewondering deezes Vorsts van den Pruissischen Monarch, dat hy, by 't leeven van elizabeth, aan een der vreemde Staatsdienaaren zyn ongenoegen betuigende, dat de Keizerin hem in Rusland hadt doen komen, 'er byvoegde ‘was ik Hertog van Holstein gebleeven, ik zou thans in Pruissischen dienst het bevel over een Regiment gevoerd, en de eer gehad hebben, om in persoon een zo groot Monarch te dienen, eene eer die ik veel hooger keur dan die van Groot - Hertog te weezen.’ Naa zyne Throonbeklimming gaf hy meermaalen den Koning van Pruissen, den naam van Meester. Met een zyner Gunstelingen over dit onderwerp spreekende, was zyne taal. ‘Gy weet ik ben een getrouw Dienaar van myn Meester geweest: want gy herinnert u, dat ik kundschap van alle Kabinetsgeheimen aan hem liet toekomen.’ Wanneer de Heer, dien hy in deezer voege aansprak, op zulk een taal | |
[pagina 196]
| |
scheen verbaasd te staan, en marde met eenig antwoord te geeven, voerde de Keizer hem te gemoet. ‘Waar voor vreest gy? het oude Wyf leeft niet meer, en zy kan u niet naa Siberie zenden.’ - Deeze bekende verkleefdheid des nieuwen Russischen Monarchs aan den Koning van Pruissen, deedt eene wending van zaaken wagten, die ook bykans zo spoedig, als de dood van elizabeth, opdaagdeGa naar voetnoot(*). |
|