Vaderlandsche historie. Deel 23

[p. 157]

Frankryk wil een byzonderen Vrede sluiten.

Dan de bepaaling van de Vredesonderhandeling te Augsburg, waar in alle de Bondgenooten der Keizerin Koningin betrokken waren, dagt den Koning van Frankryk niet genoegzaam, om een zo spoedig einde aan de jammeren des Oorlogs te maaken, als hy wenschte. Veelvuldige vertraagingen en verlegenheid baarende toevallen stonden 'er te wagten op eene zamenkomst, waar de belangen van America, met die van beide Keizerinnen, den Koning van Poolen, en den Koning van Pruissen, stonden vereffend te worden. - Om deeze hinderpaalen weg te neemen oordeelde die Monarch, met toestemming zyner Bondgenooten, het voegelyk aan te dringen op de afzondering dier twee Oorlogen, en liet, ten dien einde, een byzonder Vertoog ten Hove van Londen aanbieden, 't welk nog voor het afloopen van Lentemaand geschiedde, behelzende een algemeenen voorslag, dat de beide Kroonen zouden blyven in 't Bezit van 't geen zy op elkander veroverd hadden; en dat de gesteltenis, waar in zy zich zouden bevinden, op den eersten van Herfstmaand deezes Jaars, zulks voor de Oost Indien; en die op den eersten van Hooimaand, dit voor de West-Indien en Africa, en die op den eersten van Bloeimaand, het voor Europa zou bepaalen.

Engeland hadt toen op Frankryk bemagtigd Kaap Breton, geheel Canada, de Eilanden Guadaloupe en Mariegalant, en in Africa, 't Eiland Goeree met Senegal. Eu-

[p. 158]

ropa was, toen nog onkundig van den juisten staat der zaaken tusschen die twee Kroonen in Asia, en de tocht tegen Belleisle was nog niet aangevangen. - Frankryk bezat van Engeland het Eiland Minorca, hadt een gedeelte der Haven van Duinkerken versterkt, in Duitschland Hanau, 't Landgraafschap Hessen, en de Stad Gottingen in 't Keurvorstendom Hanover in zyne magt. Cassel werd toen belegerd, en het stond geschapen dat de Koning van Frankryk op den eersten van Bloeimaand noch meer vermeesteringen zou gemaakt hebben. De Steden Weezel en Gelder, schoon in handen der Franschen, konden niet worden aangeboden, als alleen by Frankryk voor de Keizerin in bewaaring.