Vaderlandsche historie. Deel 23
(1789)–Petrus Loosjes Azn.– AuteursrechtvrijDe Prins van Nassau Weilburg tot Generaal der Infantery van den Staat verheeven.Het bleef by geene bloote Gelukwenschingen berusten. De Hertog van Brunswyk vervoegde zich by hunne Hoog Mogenden, hun, daar zy de Egtverbintenis des Prinsen van Nassau Weilburg aan Prinses carolina met hunne Goedkeuring wel hadden willen vereeren, in bedenking geevende of zy deezen Prins, die dus eene nadere betrekking tot deezen Staat stondt te krygen, en zulke uitmuntende hoedanigheden bezat, voor 't Gemeenebest niet van grooter nuttigheid zouden kunnen doen zyn, door hem eene aanzienlyker Krygbediening aan te bieden, en wel aan hem op te draagen, de waardigheid van Generaal der Infanterie van den Staat. - Een Besluit overeenkomstig met den Voorslag werd den volgenden Dag genomen, en draalden Holland, Oreryssel, Stad en Lande niet om, op voordragt van Zeeland, dien Vorst de gewoone Jaarlyksche Wedde van Tien duizend Guldens toe te leggenGa naar voetnoot(*). In Friesland was men reeds bedagt geweest om dien Vorst aan 't hoofd der Krygsmagt van den Staat te plaatzen, en, by eene expres daartoe gezogte gelegenheid, gelyk de Staaten zich uitdrukten, tot Generaal van 't Voetvolk te verheffen op de bovengemelde Wedde: en verstonden | |
[pagina 112]
| |
zy, overzulks met het hoogste genoegen, dat aan dit verlangen door hunne Hoog Mogenden reeds voldaan was. |
|