Vaderlandsche historie. Deel 23
(1789)–Petrus Loosjes Azn.– AuteursrechtvrijVoorslag door H.H. Mogenden hem gedaan.Het Vertoog, door den Afgezant yorke, in 't laatst der voorgaande Wintermaand, ingeleverdGa naar voetnoot(*), was onderzogt, en baarde een Voorslag van wegen hunne Hoog Mogenden, tot eene nadere Overeenkomst ter wegruiming der gereezene Geschillen, die den Afgezant in Louwmaand, werd ter hand gesteld. Dezelve kwam hier op neder. ‘Dat, naardemaal 'er eenige moeilykheden waren ontstaan, wegens de meeninge van het Zeetractaat des Jaars mdclxxiv, byzonder betrekking hebbende tot de Zeevaard en Koophandel van wederzydsche Onderdaanen en Inwoonderen na de Americaansche Volkplantingen, behoorende aan zodanige Mogenheid, met welke één der Verbintenis aangaande Partyen, in vollen Oorlog zou zyn: welke Handel of Vaard den wederzydschen Onderdaanen niet zou weezen geoorlofd; en, ter oorzaake van die gereezene moeilykheden, verscheide Schepen en Goederen, in eigendom behoorende aan Onderzaaten der Algemeene Staaten, genomen en opgebragt waren in verscheide | |
[pagina 53]
| |
Havenen van Groot-Brittanje, als mede in verscheide Havenen, dier Kroone in Noord-America toebehoorende, over zulks aan de zyde des Engelschen Hofs, eerst en voor alles behoorde te worden vastgesteld, dat alle Schepen der gemelde Onderzaaten, geduurende deezen Oorlog tusschen Engeland en Frankryk, genomen, en tegen welke geene Gedingen, ter laatste instantie waren aangevangen, terstond kost- en schadeloos zouden worden ontslaagen: en wel omtrent die zich in Engeland bevonden, binnen vyftien dagen naa het tekenen dér Acte en Overeenkomst; binnen het zelfde tyds bestek, moesten omtrent de Schepen in de Americaansche of andere Havens der Engelsche Kroone opgebragt, de noodige bevelen tot het hierby bepaalde Ontslag worden afgevaardigd; en zulks, zonder eenige uitzondering der Plaatzen in America, werwaards dezelve bestemd waren, ten tyde van derzelver vertrek, of waar dezelve mogten opgehouden weezen; en gevolglyk, dat de Schepen, die een Maand vóór de tekening der Acte, in vertrouwen op 't bovengenoemde Tractaat, gezeild mogten weezen, geenzins in beslag zouden genomen worden; of, indien 'er zich reeds eenigen in dit geval mogten bevinden, als dan, zonder eenig uitstel, kost- en schadeloos ontslag zouden bekomen, op de vertooning van derzelver Papieren, bewyzende dat dezelve, ten minsten een Maand vóór de | |
[pagina 54]
| |
tekening der Acte, uit de Havenen der Republiek waren gezeild: welverstaande dat hier in geenzins zouden begreepen weezen zoodanige Contrabande Goederen, die eenig Schip zou voeren, welke by het meergemelde Tractaat waren verbeurd verklaard. - Dat, wyders, ten opzigte van zodanige Schepen of Goederen, toebehoorende aan Ingezetenen der Republiek, welke reeds verbeurd verklaard en verkogt zouden mogen zyn, de daar van gekomene Gelden aan den regten Eigenaar zouden worden betaald. - En, wat de Schepen betrof, waaromtrent de Regtsgedingen hingen voor het hoogste Geregtshof, zouden van zyne Majesteit zodanige bevelen gegeeven worden, waar door dezelve terstond zouden ophouden.’ - Zy voegden 'er by ‘dat, dewyl, ter gelegenheid van deezen Oorlog, Klagten van wegen zyne Groot Brittannische Majesteit ingekomen waren, dat Schepen, onder Hollandsche Vlaggen vaarende, met Dubbele Papieren voeren, en men, aan de andere zyde, van wegen de Algemeene Staaten geklaagd hadt over Buitenspoorigheden, door Engelsche Kaapers of Schepen, die zich dus lieten noemen, aan de Hollandsche Schepen gepleegd, by wederzydsche Mogenheden zou goedgevonden worden, dat alle de geenen, by welken men Dubbele Papieren zou vinden, 't zy verondersteld worde, dat dezelve toebehoorden | |
[pagina 55]
| |
aan Onderdaanen van zyne Groot Brittannische Majesteit, of aan die van de Algemeene Staaten, niet zouden worden te rug gevraagd, noch van de zyde zyner Groot Brittannische Majesteit, noch van die hunner Hoog Mogenden: en dat, om te zekerder te zyn, wat daar door is te verstaan, by deeze Acte zou worden verklaard, dat de Paspoorten of Zeebrieven en Convoicedullen, door twee onderscheidene Mogenheden gegeeven, alleen zouden verstaan worden Dubbelde Papieren te zyn; en diensvolgens geen Vrygeleibrief of eenig Geschrift, in eene andere, dan, de Engelsche of Duitsche Taale geschreeven daar voor zou worden gehouden; doch dat ingevalle beweezen zou worden zodanig Papier, onder verscheide benaaminge, en in de plaatze van een Zeebrief of Convoicedul, gebruikt te weezen, de Capitein van zodanig een Schip in dat geval, zou worden aangemerkt als een Onderdaan of Inwoonder van eene andere Mogenheid dan die geene, tot welke hy met de daad behoorde.’ |
|