| |
| |
| |
Vaderlandsche Historie.
Vyf- en- tachtigste boek.
Inhoud.
Inleiding. Ziekte en Dood der Gouvernante. Beschryving van haar Persoon en Character. Bekendmaakingen van dit Overlyden. Men neemt in Holland, de voorheen gemaakte Schikkingen aan. Rouwbeklag by de Vorstlyke Weezen bepaald. De Hertog van brunswyk in den Eed genomen, ten opzigte van het Krygsyolk. Aanschryving aan de Steden, wegens de Magistraats bestellingen. Handeling der Bondgenooten over de Voorzieningen, en het aanneemen derzelven, Rouwbeklaagen ten Stadhouderlyken Hove. Benoemde Voogden over de Vorstlyke Spruiten. Beschikking omtrent de Begraafenis der Gouvernante. Het Lyk op een Paradebed ten toon gelegd. Gekist. De Begraafenisse.
| |
| |
Lykredenen te haarer Gedagtenisse gehouden. De oude Prinses van Oranje komt uit Friesland in 's Gravenhaage. Wat men haar, geduurende de Minderjaarigheid des Stadhouders, in Friesland hadt opgedraagen. Het invoeren van het Plan van Voorzieninge ontmoet te Kampen heftigen wederstand. De Prins van nassau weilburg verzoekt Carolina ten Huwelyk. Door de Gouvernante toegestemd. Zy verzoekt de toestemming der Staaten. Zwaarigheid om daar in te bewilligen, wegens de Godsdienst-belydenis van den Prins. Drie Gewesten bewilligen terstond. De Ridderschap te Utrecht maakt zwaarigheid. In Holland is men het over dit stuk geheel niet eens. Het Plan van Delst niet omhelsd. Zeeland, als mede Stad en Lande, stemmen in 't Huwelyk. De Prins, op zyn Elfden Jaardag ter Vergadering van hun Hoog Mogenden ingeleid. Visch- en Jagt vermaak zyne Hoogheid aangedaan. Door den Marquis d'affry begroet. De Engelsche Zeerooveryen gaan den ouden gang. Frankryk, Zweeden, en Rusland behandelen onze Schepen als Onzydigen. Schepen van St. Eustatius, en Curacao komende, in Engeland opgebragt, en op 't punt om verbeurd verklaard te worden. Amsterdamsche en Rotterdamsche Kooplieden leveren een Verzoekschrift daar tegen by den Staat in. Het Vonnis over die Schepen uitgesteld. Verbeurtverklaaring van dezelve en andere Schepen. Klagten deswegen by den Staat, en Beloften van Voorziening. Een Gezantschap na het Hof van Groot- Brittanje over deeze
| |
| |
zaak benoemd. Onderhandeling alhier met yorke. Voorslag door hunne Hoog Mogenden hem gedaan. Dezelve voldeedt niet. Ontwerp van Overeenkomst naar 't begrip van het Engelsche Hof. Gedagten der Amsterdamsche Kooplieden hier over. 't Gezantschap komt in Engeland, krygt gehoor. 's Lands Zeemagt versterkt en Convoyen verleend. Moedbetoon van eenige Hollandsche Vlootvoogden tegen de Engelschen: de gevallen van j. sels, j.h. dol van ouryk en a.l. betting. Schipper jan dekker redt zich manmoedig. De Fransche Afgezant d'affry levert een sterk Vertoog in. yorke eischt dat 'er geen Kanon en Oorlogsbehoeften, door de Hollanders, na Frankryk gebragt worden. Nader Vertoog van d'affry over dit beletten des Toevoers. Plakaat wegens het onvermengd houden van de Haring na Frankryk gevoerd. Steenen aan de Zeedyken. De Noordplassen by Hazardswoude drooggemaakt. |
|