Historie van Mejuffrouw Susanna Bronkhorst. Deel 2
(1806)–Adriaan Loosjes– Auteursrechtvrij
[pagina 173]
| |
Amsterdam, 4. Februarij.Hooggeachte Juffrouw!
Ik hoop toch, dat UE. het mij niet kwalijk nemen zult, dat ik zoo vrij ben van aan UE. te schrijven. Ik ben blij dat ik het schrijven van UE. geleerd heb, en vooral, dat ik UE. daardoor iets kan laten weten, dat UE. van eeni-gen dienst kan zijn. Denk niet, lieve Juffrouw! dat ik vergeten heb, dat UE. mij geleerd heeft, dat brave Dienstboden niet uit het huis van hunne Heeren of Mevrouwen iets mogen verklappen, om dat, zoo als UE. zeide., dat een soort van ontrouw is, even eens als of men het een of het ander uit hunne huizen wegdraagt... maar UEd. behoort tot de familie en tot het huis, en ik heb, onder UE. welnemen, UE. zoo lief, dat ik niet zwijgen kan, hoe het hier gesteld is. UE. Papa en Mama liggen dan droevig overhoop, en wel sedert voorleden Zaturdag, toen heeft uwe Mama (God vergeef haar de zonde) uw Papa ge- | |
[pagina 174]
| |
noodzaakt, om aan UE. een brief te schrijven, die den goeden man tegen de borst stootte. Ik kwam toevallig in de kamer, toen de oude Heer tegen Mama zeide: ‘Nu ik verkies hem niet sterker te schrijven - in allen gevalle - 't is mijn kind. - Zoo zij eens tot wanhopige stappen kwam ... dan zou het te laat zijn.....’ Toen begon men attentie op mij te krijgen, en het was mondje toe. - Van daag is het weêr erg hommeles, na dat mijn Heer Walraven hier is geweest, heb ik van Marton, die zoo digt als een vergiettest is, gehoord, dat de Heer Walraven acces van verkering bij UE. is toegestaan. - Mama was daarmede dan zeer in haar nopjes ... maar Papa leek 'er u niet over te willen schrijven; althans Mevrouw heeft een' brief aan u geschreven, zegt Marton. Het moet een heele lange brief zijn, want Mevrouw heeft 'er ruim twee uren aan bezig geweest, nu zij had 'er ook een paar verklad. - Ik meende UE. verpligt te zijn, Mejuffrouw! om UE. zoo het een en ander te schrijven, want ik geloof, dat 'er al heel wat omgaat. Mijn Heer Walraven is een heel braaf Heer, maar ik denk, dat het oogmerk van Mevrouw is, om u dien Heer op te dringen.... Ik geloof, dat zij uw Papa daar ter deeg toe opstookt ... en ik weet toch, dat UE. geen heelen grooten zin in den Heer Walraven heeft. Nu ik voor mij, zie ik ben maar een dienstbode, maar | |
[pagina 175]
| |
ik zou ook veel meer zin hebben in zeker ander jong Heer. Er zitten wel wat wilde haren in ... maar o die vallen met de jaren wel uit. Hij is altijd even vriendelijk ook tegen zijn minderen, net zoo als UE., maar toch een weinigje anders. Hij is wel zoo wat ongestadig ... maar het is toch een best, zeer best Heer. Hij kwam mij, een maand geleden, in de Kalverstraat tegen: en hij wist zeker, dat ik tot het huis van den Heer Bronkhorst behoorde. Althans op eene zeer gemeenzame en vriendelijke manier knikte hij tegen mij.... Ik kan wel begrijpen, dat UE. hem de voorkeus geeft boven den Heer Walraven. - Eergisteren is hier de Gouvernante Dorothé Kirchner voor UE. zuster Mejuffr. Wimpje in haar' dienst gekomen: als zij veel van dat schepsel leert, zal het mij zeer ontschieten. Ik geloof niet dat haar physionomie UE. bevallen zal. Nu, Mejuffrouw! heb ik UE. niets meer te schrijven, dan alleen, dat ik hoop, dat UE. toch spoedig hier weer zal komen, want het is hier dan droevig stil. - Mijn Heer Jakob is reeds een week naar Utrecht, en mijn Heer Abraham zien wij zelden. - O al de dienstboden verlangen zoo naar UE. - Van UE. krijgen zij altijd vriendelijk taal en antwoord ... maar nu ... en UE. kan begrijpen, hoe ik naar UE. verlang.... Ik hoop toch maar dat UE. dit mijn schrijven niet kwalijk | |
[pagina 176]
| |
zal nemen.... Ik heb het om best wil gedaan, en blijf met hartelijke genegenheid en achting
Uwe onderdanige Dienaresse
Lize Westhuis.
P.S. Ik draag goede zorg voor uw kanarievogeltje, maar sedert dat UE. vertrokken is, wil het niet meer zingen. |
|