Ten geleide,
Deze derde druk is het resultaat van discussies i.h.k. van 135 jaar immigratieherdenking.
Onderzoeken wijzen uit dat een etnische groep in een pluriforme samenleving beter integreert naarmate zij beter op haar eigen benen staat. Dit, op haar eigen benen staan, heeft alles te maken met de kennis en kunde van de eigen identiteit. Een belangrijk deel van de eigen identiteit behelst de kennis van de achtergronden, leef- en woongewoonten van de ‘eigen vorige generaties’. En, juist in dit opzicht, is er weinig literatuur beschikbaar, althans er is weinig genoteerd over het leven van de eerste hindoestaanse immigranten in Suriname.
Dit boekje, in het kader van 100-jaar immigratie van de Hindoestanen, geschreven door de historicus André Loor, vormt een uitzondering daarop. Het geeft een getrouw beeld van een immigrant, zijn motieven tot emigratie, ontberingen op de plantages en besluit tot permanent verblijf in Suriname.
Kortom, een leerrijk, boeiend geschreven verhaal, dat op een bijzondere wijze bijdraagt aan de eigen kennisverdieping van de Hindoestaan. Het boek is 35 jaar geleden in een beperkte oplage verschenen en al lang ‘uitverkocht’. Daar de informatie altijd actueel blijft, wensen wij deze informatie weer beschikbaar te stellen voor een ieder, maar vooral voor de hindoestaanse jeugd, opdat zij kennis kunnen nemen van een stukje eigen geschiedenis..
Om de leesbaarheid te vergemakkelijken is, met instemming van de auteur, het verhaal in vijf hoofdstukken ingedeeld en gelardeerd met enkele historische foto's. Als bijlage is de lijst van schepen, waarmee de immigranten naar Suriname werden vervoerd, toegevoegd. Om de authentieke waarde te behouden is besloten om deze druk in de oorspronkelijke vorm en kleur uit te brengen.
De verantwoordelijkheid voor deze uitgave ligt bij het Hindustani Festival Comité (HFC) in samenwerking met Stichting Milan Zuiderpark, als één van de leden in het samenwerkingsverband 135-jaar hindoestaanse Immigratie.
De realisatie kon geschieden, mede dankzij een financiële bijdrage van de gemeente Den Haag, afdeling Burgerschap. Speciale dank gaat uit naar het Sarnámi Instituut Nederland (SIN) en de heren Prem Girjasingh, Perkash Kandhai en Surrendra Santokhi voor hun spontane betrokkenheid.
Namens het HFC en Stichting Milan,
Suresh Chotoe,
voorzitter
Den Haag, maart 2009