afzonderlijk; gaarne, zoo de Heer wil, wanneer het blijken mogt dat men dit verlangde.
De beide kaarten, die dezen Gids niet maar tot sieraad, veelmeer tot meerder deugdelijkheid werden toegevoegd, zijn onder mijn opzigt door mijnen broeder met zorgvuldigheid geteekend; terwijl ik gezorgd heb, dat de keurige lithografische bewerking niet door onnaauwkeurigheden ontsierd werd.
De bede nu waarmede ik dezen Gids mijnen landgenooten aanbied, is, dat de Heere het boek gelieve te zegenen en het tot een middel in zijne hand make, om velen te brengen tot de naauwgezette lezing en het regt begrip van den Bijbel, alsmede tot klimmende waardering van Gods onfeilbaar Woord, tegenover de valschelijk genaamde filosofie der ijdele menschen. Dan toch, door denzelfden Geest door wien de heilige schrijvers gedreven werden, in alle waarheid geleid, zal men bevinden dat alleen de Bijbel, en niets anders dan de Bijbel, te allen tijde waarlijk ‘eene lamp is voor onzen voet en een licht op ons pad.’
Amsterdam,
14 Junij, 1849.
T.M. LOOMAN.