Novellen en gedichten(1941)–Emmy van Lokhorst, Victor E. van Vriesland– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] De visser Hij zit op de dijk als een treurende gnoom. Zijn hengel, dwars door het heelal gestoken, reikt naar de onberekenbare droom die hem gelokt heeft en gebroken. Zijn ogen met de spleetpupillen gericht op een verdwaasde talisman, ziet hij die weifelzuchtig trillen tussen verlangen en zijn ban en zinken - en hij slaat een blanke vis uit 't water, een roof uit een verzonken rijk waarvan de droomspiegel gebroken is, en zon en hemel zijn een gebarsten prijk. Het vissenoog dooft vol bekommernis tussen de scherven op de dijk. Anna Blaman Vorige Volgende