Novellen en gedichten(1941)–Emmy van Lokhorst, Victor E. van Vriesland– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] Trots Ik bouw mij in den nacht een toren en om mijn schouders kan ik hooren, hoe zich daar ring op ring sluit aan. Er staan wel sterren, er is geen maan. Mijn oogen zijn geslepen steenen. Ik kan niet meer lachen en niet meer weenen. Alleen van toren zijn en hoog, alleen van steen zijn en heel droog. Maar als dan onder mij de boomen doen of ze lang en hardop droomen, dan zijgen mijn wallen één voor één ineen. Neen, liever wil ik menschkind blijven, dan tot een steenen God verstijven, en met den mond van mijn ouden kop zoenen een levende kinderpop. Pierre Kemp Vorige Volgende