Bloemlezing uit de bundel Uyt-spanningen
(1971)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 91]
| |
III. Deel
| |
[pagina 93]
| |
Op een versch Hoender-Ey geschoncken tot verquickingeGa naar voetnoot*Gaat segt oyt weer / dat die den Hemel dientGa naar voetnoot1
Den Hemel in syn sorge niet te vriend
En vindt; nog werd / als hy in last verstickt /Ga naar voetnoot3
Verquickt.
5[regelnummer]
Daar was een trouw getuyge / die den poockGa naar voetnoot5
Van Jesus vyand in het hoy ontdoock /Ga naar voetnoot6
En had van enckel honger in sijn traan
Vergaan /
Had niet den Hemel goedig hem verquickt /Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
En een gepluymde Kakelers beschickt /Ga naar voetnoot10
Die hem van dag tot dag besogt / en ley
Een ey.
Onwetend deed dat beesje sulck een goed.
Maar Christi lieveling het Christlijck doet /
15[regelnummer]
En dient / uyt Jesus liefde / Jesus raad
Met daad.
| |
[pagina 94]
| |
Hoe tijdig quam dat schepsel daar te pas?Ga naar voetnoot17
't Was of m'er Christi-leden-liefd' in las /Ga naar voetnoot18
Die (buyten hard) den merg van binnen heeft /
20[regelnummer]
En geeft.
'Ten leeft niet maar 't is digt by 't leven: can
Dus haast sijn cragt uyt-leveren / en vanGa naar voetnoot22
Sijn Voetsel 't swacke lijff van flauwten hoe'nGa naar voetnoot23
En voe'n.
25[regelnummer]
Maar hoger! 't Eytje toont my in sijn schaal
Het sobre leven / dat wy altemaal
Hier leven / of niet leven / 'k weet haest nietGa naar voetnoot27
Hoe 't hiet:
Tot dat den Geest (als 't water in 't begin)Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Het met sijn warmt' uyt broed' / en Jesus in
Sijn laatste comst geev / dat het heel volmaacktGa naar voetnoot31
Ontwaackt.
Amen.
|
|