Amarillis(ca. 1713)–David Lingelbach– Auteursrechtvrij Vorige Seven en dertigste Tooneel. KUPIDO by alle de voorgaande. KUPIDO. STa gy Herders, straft hem niet, Hoor wat Kupido gebiet: Als 't Goden bloed raakt in 't gevaar van 't leven, Zouw Ceres u een wenschlijke uitkomst geven. Nu is in Damon dit volbracht, Geniet haar gunst dan, wyl 't geschiet is door myn kracht. Hy vliegt in de lucht. AMARIL. Ach! wat vreugd zal ons genaaken Nu de Gooden voor ons waaken. Harders, Nimphen weest verheugt, Droefheid word verkeert in vreugt. AMINTAS. Damon leef, staak u verdriet, 'T is Kupido die 't gebied. DAMON. Ach Silvia, al word my dit vergeven, Hoe boet ik 't kwaad dat aan u is misdreven, 'K ben overtuygt, en offer u myn min, Ben ik wreedaardige het waardig, Herderin SILVIA. Gy zyt het waard, en ik verkryg myn harts begeren. [pagina 35] [p. 35] GALATHE. Hoe onverwagt kan haat in min verkeeren. KORIDON. Ik verkies myn Galathaé? AMINTAS. Amaril verkies au mé. AMARIL. 'K zal ten laaste 't Vonnis uiten, Van myn innig herts besluiten. Waarde Amintas, 'k heb behagen Om dit hart u op te dragen; Liefde heeft over ons 't gebied. Wat vermag die Godheid niet? AMINTAS. Zo spant de deugt in 't end de kroon, En strekt haer eige zelfs een loon. GALATHE'. Ceres zegen onze Haven, Op dat wy u altyd laven. DAMON. Nimmer nake u ramp noch druk, Leef in voorspoed en geluk. MOPSUS. O! ik zag al lang voor dezen Uit al de Starren, dat dit trouwe zoo moest wezen. MIRTEL. 'K kan myn vreugd schier niet betoomen, Wel wie droes zou 't beter droomen? Nu Amintas zegen praalt, Is hier prys genoeg behaalt. SILVIA. Lof Goddin der Koorenaaren, Doet hier alle vreugt vergaaren. AMINTAS. Juig van vreugd dan salig dal, Liefde en deugd verwint het al. [pagina 36] [p. 36] DAMON. Wy zyn nu ons leet te boven, Des laat ons Ceres t' zamen loven. AMARIL. Gy Reyen weest met ons verheugd, En toon ons danssende uwe vreugd. Hier werd Gedanst door Herders en Nimphen. EINDE. Vorige