Amarillis(ca. 1713)–David Lingelbach– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Vier en dertigste Tooneel. AMARILLIS, AMINTAS, DAMON. AMARILLIS. STa Damon. AMINTAS, ontwakende. Ach! zyt gy 't. AMARILLIS. Moordadige, hebt gy op hem uw pook gesleepen, Heeft wanhoop u zo aangegreepen, Dat gy verwoed dit zaalig Dal, dit heylig Woud, Met bloed besmetten zoud? DAMON. Ik sta verbaast en kan nier spreeken. AMARILLIS. Voed gy in uwe ziel gebreeken Van minnenijd, en moordery? [pagina 33] [p. 33] AMINTAS. Ach! is uw haat zo groot op my? AMARILLIS. Na deze misdaad kunt gy geen gena verwerven, Wie bloed vergieten wil, in 't zalig Dal, moet sterven. Vorige Volgende