Amarillis
(ca. 1713)–David Lingelbach– Auteursrechtvrij
[pagina 16]
| |
DAMON.
Amaril beheerst myn' zinnen.
KORIDON.
Stel dat uyt uw zin,
Want aan alle blyken
Bespeur ik klaar dat zy Amintas mind.
DAMON.
Koridon die oordeeld blind;
Zou hy de zege stryken?
Ach! liefde waar heeft uwe macht
En wreed geweld, my toegebracht.
Amarillis, die elk aanbid, vierd en vleyd,
Blyft noch vol onmedogentheyd.
En ik zal van wanhoop sterven,
Zoo ik moet, haar weermin derven.
KORIDON.
Ik zal zoo veel Minnekwaalen
My niet op den hals gaan haalen.
Weygert Amaril haar Min,
Ik verander ook van zin.
'K kryg met Galathé medoogen,
'K heb haar gunst te wreet veracht.
DAMON.
Silvia word uytgelacht.
Ik blaak door Amarillis oogen.
KORIDON.
Wie zich zelf te veel vermeet,
Krygt voor vreugd vaak hartenleet.
|
|