Amarillis(ca. 1713)–David Lingelbach– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Tweede tooneel. AMINTAS, SILVIA, GALATHE'. AMINTAS. O Liefde die ons hen ontstelt Hoe wreed is uw gewelt, Gy toont door twee bekoorlijke oogen Uw groot vermoogen. SILVIA. Ach Damon! GALATHE'. Koridon? AMINTAS. Ach! Amaril! SILVIA. Verkort myn lyden is 't uw wil. AMINTAS. Ach Silvie 't is verlooren Amarillis wil niet hooren. SILVIA. 'T is Damon die myn schuwt en vliet. [pagina 5] [p. 5] GALATHE'. En Koridon behaag ik niet. AMINTAS. Ach Silvia, ach Galathé, Wat sleept de Min al rampen mé. Blyft myn Amarillis wreed Nimphen, tot myn herten leed! Ach wat raad, zal ik haar schuwen, En myn lyden niet vernieuwen? SILVIA. Harder hoe waar wilt gy heen? Amintas sta. AMINTAS. Neen Silvie, neen ik ga In naare eensaamheit alleen Myn droevig leed verkorten. SILVIA. Wilt gy u van een Rots afstorten, Of gaan versmooren in een Vliet? AMINTAS. Zoo veel vermag myn wanhoop niet. SILVIA. Wy moeten Ceres Hoogtyd vieren. AMINTAS. Ga, ga u op het minlijkst sieren. Nu my myn Amaril veracht, Kan my niets meer vermaaken als de Jacht. Vorige Volgende