die duizenden bladzijden, waar hij den stempel van zijne krachtige individualiteit op heeft gedrukt, die zulk een zeldzaam rijken schat bevatten van wereldkennis en ervaring, en als letterkundige produkten in zijn eigenaardigen stijl het bewijs leveren van zijn meesterschap over den vorm.
In de laatste dagen van zijn leven, toen wij nog geslingerd werden tusschen vrees en hoop, heb ik ze alle bijeengelegd, en ik zocht er afleiding in, en leefde weer met hem in een lang vervlogen, gelukkigen tijd. En opnieuw voelde ik mij onweerstaanbaar aangetrokken en geboeid door die van geest en humor tintelende regels, vol gemoedelijken ernst en spelend vernuft, als ik bladerde in zijne ‘Brieven en uitboezemingen,’ zijn ‘Clementine,’ zijn ‘Familie van ons,’ zijn ‘Nieuwjaarswensch,’ zijn satiriek vertoog ‘Over de belangrijkheid van de nietigheid,’ zijn geestige parodie: ‘de proeve van een groote opera,’ zijne gevoelvolle schetsen: ‘ons oud huis,’ ‘de drie gratiën,’ ‘zoo'n prul van een dansmeester,’ ‘een arme sukkel,’ en zoo vele andere, die hem eene blijvende plaats in onze Nederlandsche letterkunde en te gelijk in de harten zijner lezers hebben verzekerd.
Hij heeft zijne laatste bladzijde geschreven - zijn arbeid is volbracht; maar toch, bij het weemoedig gevoel, dat die gedachte in ons opwekt, moeten wij dankbaar zijn voor het vele, dat hij ons gegeven heeft.