Bezinning en strijd

[p. 23]

Er bestaat een God

God bestaat
Ik geloof in hem
maar niet zoals onze paus dat doet
samen met de priesters, dominees
en eliten.
Ik geloof in God zoals Jezus dat deed,
Híĵ, Boedha en Ghandi
in armoede.

Ik geloof in een God,
maar niet in die van binnen de kerk,
temidden van dure kaarsen,
kandelaren en altaren,
die betaald zijn met geld,
bloed en zweet
van arme mensen.
Kollekte op zondag.

Eerste kollekte voor onderhoud van de kerk,
tweede kollekte voor de armen.

Ik geloof in een God buiten de kerk,
zoals Jezus dat werkelijk deed
tussen de armen en op sandalen
op stráát.

Ik geloof in een andere God,
niet vanuit een balkon,
preekstoel of kansel
het woord predikend,
maar wonend in een paleis,
hóóg boven de armen,
vér van het menselijk offer,
vér van de medemensen.

[p. 24]

 

Uiterlijk vertoon,

 

mooie woorden

 

die woorden blijven

 

maar geen vlees worden.

 

Geldverspilling;

 

de armen kreperen.

 

 

 

Guevara, Fanon en Mao.

 

Ik aanbid ze niet,

 

dat wilden ze niet.

 

Wat zij wilden

 

was

 

dat wij op onze manier,

 

enigszins werden als zij.

 

Stop dat gehuichel.