Bezinning en strijd(1972)–Alphons Levens– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Verleden en heden Eergisteren ontmoette ik hem; hij groette niet, ik groette niet; wij liepen elkaar voortij. Gisteren zag ik hem weer, hij stak zijn hand toe, ik keek hem voorbij. Hij is Hindoestaan, ik ben Creool. Wij liepen elkaar voorbij. Vandaag groette ik hem en hij groette terug. Wij stonden even stil. Twéé Surinamers. Maar er kwam een Hollander langs die duwde ons uit elkaar. Eerverleden jaar had hij dit ook gedaan; wij gingen uit elkaar en.... wij hadden gezwegen. Verleden jaar deed hij precies hetzelfde, wij zwegen weer en we bleven uit elkaar. Maar vandaag kon hij ons niet scheiden. Wij omhelsden elkaar. Twee Surinamers! Eén vuist. De Hollander ging op de vlucht. Achter hem aan een Surinaamse marionet. [pagina 13] [p. 13] Jaggernath, Jules en Frank zitten aan de top, heulen met de vijand, drinken samen koffie, smeden samen plannen tegen ons. Gaan naar het volk, hun volk, zaaien overal verdeeldheid, houden aparte partijen in stand, sussen het volk in slaap namens de vijand, keren terug in him tent. Samen met de vijand drinken ze bier en delen ze de buit. Zegt het volk iets, dan keren ze terug, zaaien verdeeldheid rond, sussen het volk in slaap en trekken zich weer terug. Samen drinken ze bier, samen onderdrukken ze ons. Jaggernath, Jules en Frank, samen met de vijand. [pagina 14] [p. 14] Laat ze hun gang gaan daar op die top. Hieronder zitten wij, wíĵ lossen het op. Van honger zullen we moeten knagen aan de voet van hun rots. Eens stort hij in en wij zijn gelijk. Vorige Volgende