Zeemansliedtjens
(1852)–Jacob van Lennep– Auteursrechtvrij
[pagina 1]
| |
[pagina 2]
| |
Die langer zee durft bouwen,
Heeft hy dien zang verstaan.
Kleinmoedig afgedropen
Is hy, met langen neus,
Straks in zijn schulp gekropen
Uit vreeze voor den Geus.
Wilhelmus van Nassouwen!
Wie zich op hem verlaat,
Zal 't nimmermeer berouwen.
Hy redt den vrijen Staat.
Ras acht elk Nederlander
Hem 't krijgshoofd zijner keus,
En volgt zijn zegestander,
Gelijk de Watergeus.
Wilhelmus van Nassouwen
Ontziet geen overmacht.
Heeft David vol vertrouwen
Den Filistijn verwacht,
| |
[pagina 3]
| |
Ons Prinsjen zal trotseeren
Den Kastiljaanschen Reus,
Zijn yd'len waan verneêren,
Met hulpe van den Geus.
Wilhelmus van Nassouwen!
Schijne ieder Vorst der aard
Zijn bystand u te onthouen,
Uw ziel blijft onvervaard.
U sterkt de Heer der Heeren:
Zijn naam strekt u tot leus.
Hy doe u triomfeeren:
Dat bidt de Watergeus.
|
|