| |
1850.
Januari.
Hevig gehaspel, zoo in de dagbladen als in gezelschappen, over de beste wijze van 50 te tellen; waarbij zich het zonderlinge verschijnsel opdoet, dat sommigen de centen van een halven gulden willende tellen, met nul beginnen, en dit den eersten noemden, waardoor zij telkens den 50sten cent overhielden, dien zij nu stijf en sterk beweerden, dat tot den tweeden halven gulden behoorde.
Niet minder hevig gehaspel over de vraag, welke Notarissen tevens Burgemeesters kunnen zijn, en welke niet.
9. Benoeming eener Commissie om het Rijk in Kiesdistricten te verknippen.
Kom, zegt men, 't zijn toch vast, cd samen Nederlandren;
Men koets' en kluts' hen, hoe om 't even, door elkandren,
Tot van d' alouden Staat, in naam van wet en orde,
Een fiksche hutspot worde.
| |
Februari.
Voortdurend gehaspel over de Burgemeestersquaestie en nieuw gehaspel over de scheepvaartswetten.
| |
| |
Wie, die van den last onzer schuld ons bevrije? -
- Vrees niets! daar is redding door zuinig beheer:
De schoonmaaksters op onze Landsdrukkerije
Ontfangen voortaan geen nieuwjaarsgiften meer.
| |
Maart.
Voortdurend gehaspel over de scheepvaartswetten en nieuw gehaspel over het al of niet betamelijke van het zenden van weeskinderen naar ‘de Schipbreuk der Medusa.’
Het moge een vraag zijn, of 't met Godsdienst kan bestaan,
Dat gij de weezen naar den schouwburg heen doet gaan.
Maar hoe kan 't nu gebeurde ooit zelfs de vroomsten hinderen?
Een kijkspul, is dat niet voor kinderen?
| |
April.
Voortdurend gehaspel over de scheepvaartswetten.
1. De Minister Thorbecke treedt op als Opperhoutvester.
Hoe nu mijn vriend, gij acht het al te stout,
Dat hem 't bestier der jacht wordt toevertrouwd,
Die herten op zijn best van hazen,
Of van een buks een snaphaan onderkent?
Zulk een' besluit kan gekken slechts verbazen:
Is onze staatsman ook 't jagen niet gewend,
Toch heeft hij vast - als elk van zijn natuurgenooten, -
Wel, nu en dan, één enklen bok geschoten.
3. De Koning geeft uit zijn zak f 5000 aan 't Instituut. Leve de Koning!
| |
Mei.
Voortdurend gehaspel over de scheepvaartswetten.
| |
Juni.
5. Dood van Prins Maurits.
Algemeene Vergadering der Afschaffers, waarbij (volgens
| |
| |
de dagbladen, niet altijd, maar dan toch nu en dan) met rougebords de wensch geuit wordt, dat zij, die geen wijn kunnen bekostigen, zich mogen te goed doen aan dun bier en slappe thee.
10. Feestvermakelijkheden te Leiden.
13-14-15. Muziekfeest te Haarlem, waarbij wederom ter opwekking onzer nationaliteit, een macht van Hoogduitsche liederen wordt gezongen.
De tientjes en vijfjes buiten omloop gebracht.
't Is voor ons Nederland niet langer de eeuw van goud:
Maar ach! de gouden eeuw wordt evenmin aanschouwd.
22. Libri te Parijs veroordeeld, omdat hij een al te ijverig boekhouder was.
| |
Juli.
1. Besluit betreffende het Staatsexamen: waarvan de resultaten op bladz. 27 zijn vermeld.
2. Aanneming der Kieswet.
Dood van Sir Robert Peel.
9. Dood van Generaal Taylor.
18. Verwerping van de Wet op de voogdij.
24-25. Slag van Istedt.
d' Een staat de Duitschers voor, en d' andren weêr de Deenen,
Ik hoû 't met d' anderen: hou gij het maar met d' eenen.
| |
Augustus.
6. Aanneming der scheepvaartswetten.
9. Besluit tot ontbinding der bestaande Kamers en bepaling, dat de nieuwgekozene op 16 September zullen geopend worden.
Nederland lijdt een paar maanden aan kiespijn.
De Fransche President verbeeldt zich, dat hij voor zijn pleizier reist.
| |
| |
20. Ledru-Rollin c.s. vraagt geld aan Van Bevervoorde c.s.
23. Een tamme Indiaan biedt op het Vredes-Congres te Frankfort, zijnen medeleden de vredepijp aan. 't Blijft een wilde boel.
24. Prof. Opzoomer wil geen vredepijp rooken met den Publicist Van der Voo.
26. Dood van Louis Philippe.
| |
September.
1. Invoering der nieuwe Postwet, tot groot voordeel van steenbakkers, loodgieters, turfboeren en alle verdere verkoopers van wichtige voorwerpen.
5. De Britsche vrijzinnigen doen hunne opvatting van 't woord gastvrijheid blijken, door Kossuth, Ledru-Rollin en anderen, die in hun vaderland moord en verderf gebracht hebben, met open armen te ontvangen, en Haynau, die de rust hersteld heeft in een verwarden boel, te mishandelen en te beschimpen.
16. Het Taal-Congres wordt te Amsterdam, de Kamers in den Haag niet geopend.
Voorts, in den loop der maand, harddraverijen te Groningen, Alkmaar en elders, zoo van paarden als van candidaten.
| |
October.
Opening der Kamers. Een stormachtige dag! Moge de zitting niet stormachtig zijn.
De Maatschappij van Matigheid zendt verblijdende berichten in.
De Joden beginnen in de landtaal te prediken: - t.w. in 't Nederduitsch.
De Sleeswijk-Holsteiners geven aan Frederikstad gloeiende blijken van hun verlangen naar haar bezit, welke echter aan het voorwerp hunner genegenheid min welkom zijn.
| |
| |
25. Eene armee Kruisvaarders trekt door Groningen, richt groote verwoestingen aan.... onder de beschuitjes, vergiet stroomen... chocolaad, en wordt met besmulde mondjes te bed gelegd.
30. Men beproeft de financiën van den Staat homoeopatisch te genezen door aan de ingezetenen verbazend kleine doses zilver toe te dienen, in den vorm en onder den naam van stukjes van 5 en 10 centen. - De land- en sjouwerlieden, na vergeefs beproefd te hebben, gemelde stukjes tusschen duim en vinger te vatten, en door de ondervinding bespeurende, dat zij ze in de kreuken hunner handen zoowel als in de voering hunner buizen verliezen, geven hun verlangen te kennen, om voortaan liever in koper, al ware 't met Belgische centen, betaald te worden.
| |
November.
Er komen weder verblijdende berichten in van de Maatschappijen van Matigheid en Afschaffing.
Pruisen wordt mobiel.
In sommige vergaderingen van Provinciale Staten wordt heftig getwist over de vraag, of het betamelijk is, wanneer men ter behartiging van het algemeene welzijn samenkomt. Gods zegen over hetgeen men verrichten zal in te roepen.
Aan de militairen wordt vergund, hun sikken te laten groeien.
| |
December.
Er komen weder allergunstigste berichten in bij de Maatschappijen van Matigheid en Afschaffing. In weêrwil daarvan staat (volgens officiëele berichten in de couranten)
7. Schiedam bij geene stad des Rijks in welvaart ten achter. Pruisen wordt weêr immobiel.
30. Overlijden van den Heer Bruce, benoemd Gouverneur-Generaal van Neêrlands Indië.
| |
| |
De laatste maanden des jaars worden gekenmerkt door aardbevingen langs den duinkant, en door grafschriften, welke de Leden der Kamer op zich zei ven maken, of welke op hen gemaakt worden, als b.v.
‘Hier ligt de beschermer der Javanen.
Hier ligt een dito dito (voorzichtig).
Hier liggen de doodgravers der Beulen.
Hier liggen de dito's van het K.N. Instituut.’
|
|