nen opmerken, innerlijk veel beter was dan hij zich oppervlakkig had doen kennen. Zij wist hem met verstand te leiden en tot een nuttig en werkzaam leven op te wekken: hij zeide dan ook, na zijn huwelijk, of reeds vroeger, aan alle slempmalen en wilde partijen vaarwel, klom tot hooge eerambten op en bewees den Staat belangrijke diensten.
Caspar Weinstübe, na vruchteloos gepoogd te hebben, zich toegang te verschaffen tot de hoogere kringen der maatschappij, en zich daar een echtvriendin te zoeken, toch niet ongehuwd willende sterven, trouwde met zijn keukenmeid, bij wie hij ettelijke kinderen verwekte, die, betere opvoeding ontfangende, dan hem te beurt was gevallen, hun geringe afkomst langzamerhand deden vergeten: ook zij wonnen geld en hun nageslacht verkeert thands dagelijks met die familiën, wier bekäntschafft de wellust van Caspar zou hebben uitgemaakt.
Van den Makelaar Velters heb ik weinig kunnen vernemen. Alleen blijkt mij uit een oud adresboekje, dat hij in de laatste helft der vorige eeuw Kerkmeester van de Ooster Kerk en dus nog in leven was. Hij schijnt wijsselijk de poëzij voor meer winstgevende werkzaamheden te hebben laten varen: althands gedichten van hem zijn mij nooit voorgekomen. De Mengelingen van Helding kan men nog in sommige boekerijen van deftige lieden, en ook nu en dan, hoor ik, op stalletjens aantreffen: ik twijfel echter, of zij ooit veel lezers vinden. Gerustelijk mag men aannemen, dat hij het dubbele huwelijk, waar het verhaal mede sluit, zal bezongen hebben, en dat Tante van Bempden niet achterlijk gebleven zal zijn, om te dier gelegenheid een luisterrijk feest te geven.
Zacharias Heynsz ging ijverig voort met aan de Justitie trouwe diensten te bewijzen: met de aanvaarding zijner