[Woord van de uitgever]
Dat ik aan het verlangen van mijn vriend voldeed, blijkt uit de navolgende bladzijden. Ik beken echter, dat ik niet zoo volkomen gerust ben omtrent de echtheid van het werk, als mijn vriend schijnt te zijn. Ook heb ik Mejuffrouw Stauffacher niet zoo van nabij gekend als hij, en durf dus niet beslissen, of haar waarheidsliefde zooverre ging, dat zij nooit knollen voor citroenen verkocht: en somtijds rijst bij mij het vermoeden op, of zij, ondanks haar betuigingen van het tegendeel, niet eens in haar leven tot de verzoeking vervallen is van een roman te schrijven en, hoewel huiverig om dien bij haar leven uittegeven, echter heeft willen zorgen, dat hij na haar dood het licht zage. Wat hiervan zij, ik geef het boek zoo als ik het ontfangen heb: en heb er niets aan veranderd, zelfs de spelling niet; waaromtrent ik moet doen opmerken, dat Mejuffrouw Stauffacher overal de klanklooze e achter het onbepalend lidwoord en veelal ook achter de possessiva weglaat, ten zij wanneer het eerste een telwoord wordt of wanneer