De taal van Stijn Streuvels. Deel 2. Verklarend woordenboek op de taal van Stijn Streuvels
(1970)–Hubert Lemeire– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina I]
| |
AAN JANTJE | |
[pagina III]
| |
Voorrede | |
[pagina IV]
| |
VoorredeReeds geruime tijd werd de behoefte aangevoeld en werd de wens uitgedrukt dat zo spoedig mogelijk een begin moest gemaakt worden met de studie van de taal van Stijn Streuvels. Elk uitstel of verdaging zou de gang van zaken slechts bemoeilijken en op de duur zelfs onmogelijk maken.
Niet alleen had Prof. Dr. J. Aerts zich in deze zin uitgesproken, maar ook van Noordnederlandse zijde werd, bij monde van Prof. Dr. C. Kruyskamp de wens geuit de taal van Streuvels zo vlug mogelijk toegankelijk te maken voor alle lezers van Noord en Zuid.
In dezelfde zin schrijft Prof. Dr. M. Janssens: ‘Nu is de tijd gekomen om de wetenschappelijke Streuvels-studie met vereende krachten aan te vatten. Wat (...) minstens even noodzakelijk is (als een bibliografie), is een grondige lexicografische bewerking van Streuvels’ oeuvre. Ik heb de indruk dat dit lexicografisch werk zo snel mogelijk moet uitgevoerd worden, opdat de tijd niet een onoverbrugbare kloof zou slaan’Ga naar voetnoot(1)
Maar: ere wie ere toekomt! De eigenlijke en definitieve stoot tot deze studie werd gegeven door Prof. Dr. J.L. Pauwels die me voorstelde een verklarend woordenboek op de taal van Stijn Streuvels samen te stellen. Het toeval wilde dat ik sinds enkele tijd bezig was de taal van Stijn Streuvels te verkennen, en ook als Westvlaming | |
[pagina V]
| |
voelde ik mij tot deze onderneming aangetrokken. Toch kon ik niet voorzien dat dit werk zo uitgebreid was en dat het me zo lang zou bezighouden. De studie van Streuvel' taal moest noodgedwongen onderbroken worden.
Gedurende meer dan zesendertig maanden heb ik ononderbroken gewerkt aan de samenstelling van dit woordenboek: alle werken van Streuvels heb ik gelezen, in totaal meer dan tweeentwintigduizend bladzijden, want van verschillende werken werd meer dan één uitgave gelezen. Van de meer dan vijfentwintigduizend steekkaarten werden er ruim vijftienduizend weerhouden.
Dit woordenboek bevat alle woorden en uitdrukkingen die niet in ‘Van Dale's Groot Woordenboek der Nederlandse Taal’, achtste druk, 1961, worden opgenomen, alle woorden en wendingen die in hetzelfde woordenboek een andere betekenis hebben of als Zuidnederlands of als gewestelijk zijn aangeduid.
Ook zegswijzen, spreekwoorden en vaste verbindingen werden zoveel mogelijk opgenomen en toegelicht.
In de bibliografische lijst op p. X vindt men de werken, bewerkingen en vertalingen van Streuvels die ik met het oog op de samenstelling van dit woordenboek heb geëxcerpeerd. Het was, tot mijn grote spijt, niet mogelijk van alle werken alle uitgaven te lezen. De toegemeten tijd was te kort om al deze verschillende en zeer talrijke uitgaven bijeen te krijgen. Die liggen nu verspreid over talloze particuliere verzamelingen en afzonderlijke bibliotheken, zodat het voor de Streuvels-studie wenselijk ware indien men alle werken, de verschillen- | |
[pagina VI]
| |
de uitgaven, de artikelen, enz... van Streuvels op één plaats of in één bibliotheek kon verzamelen. Als de studie van het volledig oeuvre van Streuvels op dit ogenblik reeds buitengewoon moeilijk is, wat dan binnen enkele jaren?
Bij de verklaring der woorden, en hierbij was Streuvels zelf indirect betrokken, hebben wij ons beperkt tot het taalkundige en tot de omschrijving van de betekenis. Er werd gestreefd naar een zo eenvoudig mogelijke verklaring. Waar de betekenis van een woord duidelijk genoeg was, en dit geldt vooral voor de samenstellingen, werd geen omschrijving gegeven. Volledigheidshalve werden deze woorden toch opgenomen, In de regel worden de taalkringen, de gevoelswaarde, e.d. niet aangeduid. Er werd ook afgezien van een volledige, technische beschrijving van zaken en voorwerpen.
Etymologieën worden in beginsel niet gegeven, behoudens in enkele gevallen waarin dit voor het juiste begrip van de betekenis van belang kan zijn. Bij de vreemde en bastaardwoorden wordt aangegeven uit welke taal ze zijn overgenomen, en in de meeste gevallen wordt het oorspronkelijke vreemd woord eveneens opgegeven, onmiddellijk na de grammaticale aanduidingen.
In vrijwel alle artikelen en bij afzonderlijke toepassingen van elk woord worden gebruik en betekenis toegelicht door een of meer voorbeelden en aanhalingen uit het werk van Streuvels. De vermelding van het werk (waarvan men in de bibliografische lijst op p. X de volledige titel en uitgave vindt) en de aanduiding van de bladzijde maakt het opzoeken door de lezer gemakkelijk. De spelling van deze uittreksels werd aangepast. | |
[pagina VII]
| |
Volledigheidshalve werden ook veel woorden opgenomen waarvan alleen de spelling, geregeld of altijd, afwijkt van de algemene spelling. Deze woorden worden in de regel niet geïllustreerd door een voorbeeld of citaat.
Bij verbindingen van verschillende woorden, bv. van een zelfstandig naamwoord met een werkwoord, of van een bijvoeglijk naamwoord met een zelfstandig naamwoord, bij uitdrukkingen, zegswijzen, spreuken,... zoeke men de verklaring op het naamwoord of op het werkwoord. Deze regel is echter niet volstrekt geldig. Wat men in zulke gevallen bij het ene niet vindt, kan men bij het andere opzoeken.
De volgorde der artikelen is strikt alfabetisch.
Bij de naamwoorden geschiedt de aanduiding van het genus (woordgeslacht) op dezelfde manier als in de Woordenlijst van de Nederlandse Taal. De vorming van het meervoud wordt aangeduid door -en, -s, enz. achter het hoofdwoord. Afwijkende vorming van het verkleinwoord wordt opgegeven na de meervoudsaanduiding.
Bij de werkwoorden zijn aangegeven: de eerste persoon enkelvoud van de verleden tijd en het verleden deelwoord, met vermelding van het overgankelijk en het onovergankelijk gebruik.
Het tegenwoordig en het verleden deelwoord zijn afzonderlijk behandeld in die gevallen waar zij bij Streuvels enkel als bijvoeglijk naamwoord of als bijwoord voorkomen.
Aan de rangschikking van de betekenis binnen de artikelen heb ik veel aandacht besteed. In de mate van het mogelijke werd rekening gehouden met de eisen van de logica, maar ook met het gebruik van het woord bij Streuvels. | |
[pagina VIII]
| |
Geregeld ook worden de uitspraak en de klemtoon aangegeven als volgt: [-˔-]: elk streepje stelt een lettergreep voor en de tweede is de beklemtoonde.
Na het lemma wordt tussen haakjes de afkorting van de woordenboeken, idiotica of vakwoordenboeken vermeld waar het woord eveneens werd aangetroffen. Na de betekenisomschrijving volgt soms de afkorting van de woordenboeken waaraan de verklaring of omschrijving werd ontleend. De verklaring van deze afkortingen vindt men in de lijst der afkortingen op p. XXIX.
Verwijzingen naar analoge of gelijkbetekende woorden of verbindingen zijn tussen haakjes aangegeven met de vermelding: zie ook.
Achteraan kan men een lijst van voornamen, van Latijnse woorden en een lijst met aanvullingen raadplegen.
Ondanks mijn ononderbroken en toegewijde arbeid weet ik beter dan wie ook dat dit werk allerminst volmaakt is. Bepaalde definiëringen zullen verbeterbaar zijn, bepaalde aanduidingen zullen overbodig lijken, bepaalde andere dingen moesten wellicht verduidelijkt,... Het is best mogelijk dat enkele woorden uit de tweeëntwintigduizend bladzijden aan mijn aandacht zijn ontsnapt, dat ik er over heen gelezen heb zodat ze niet in dit woordenboek zijn opgenomen.
Dit woordenboek betekent voor mij geen eindpunt: nu reeds ben ik op zoek naar de ontbrekende uitgaven, zodat eventuele wijzigingen of nieuwvormingen door Streuvels in zijn werken aangebracht ook zouden kunnen worden genoteerd en opgenomen. | |
[pagina IX]
| |
Indien dit woordenboek aan de verwachtingen beantwoordt, dan heb ik die uitslag in ruime mate te danken aan de bevoegde leiding van mijn promotor, Prof. Dr. J.L. Pauwels. Hiervoor, en voor zijn belangloze hulp, onmisbare steun, voortdurende aanmoediging en onvermoeibare bereidwilligheid dank ik hem van ganser harte!
Ik moet tenslotte op deze plaats mijn welgemeende dank betuigen. aan al degenen die me op een of andere manier bij de samenstelling van dit woordenboek geholpen hebben, om hun welwillendheid, om hun zorg en nauwkeurigheid bij het tikken en stencilen van deze bladzijden; om hun sympathieke belangstelling; om hun hulp bij de verklaring van vele dialectwoorden.
Ook mijn vrouw en kinderen ben ik zeer verplicht om de edelmoedigheid waarmede zij de ontelbare uren van mijn afzondering hebben begrepen en aanvaard. |
|