1930
41
Met Menno ter Braak voor diens huis.
42
Brief aan Menno ter Braak.
43
In de jury van de Domprijs voor poëzie, ingesteld door De Gemeenschap.
44
De Vrije Bladen, januari 1931.
Ik heb in de eerste periode dat ik mede de ‘Vrije Bladen’ redigeerde niet enkel verlangd naar een sterk en bezielend groepsleven, naar het samenspannend verzet en élan van een jeugd, ik heb zelfs bij vlagen dat leven en die bezieling gevoeld, in gesprekken met vrienden, in briefwisseling, een oogenblik misschien zelfs in de litteratuur - en ik heb, maar volkomen vergeefs, gehoopt en verwacht, [...]
Deze droom heeft heel kort geduurd;
ik heb links en rechts vrienden en vijanden, ook van mijn generatie, zien worden tot sterke belangrijke individuen, maar van een gemeenschap heb ik weinig of niets gezien of gevoeld.
Verzameld werk, dl. II, blz. 272
Witte vrouwen verschijnt. Schrijft de roman Vera.
1931: verschijning van Kort geding en Voorpost.