SALTO MORTALE
(‘Variété’, 6e acte) Aan Joris Ivens
'Ik zelf maakte, van trapeze zwe-
'vend naar trapeze, den duize-
'ling wekkenden doodensprong,
'en in de ondeelbare eeuwigheid
'dier seconde, bliksemde ergens
- beneden mij? boven mij?
aan welken kant en in welk heelal? -
de laatste regen der sterren voorbij
nu flikkert mijn leven mijn lichaam uit.
de eeuwigheid fluit in een kogel voorbij.
(Kiriloff, Kiriloff in de Daemonen!)
het lijf vangt de ziel als een boemerang.
terwijl ik sidderend tusschen de sterren hang,
zit ik beneden - ‘hier is mijn hand ...’ -
de laatste acte is aan den gang.
Paradise regained, blz. 80
De titel Paradise regained is fout, zeker voor den bundel, misschien zelfs voor het enkele vers: dit ‘paradijs’ is het ‘kleine’. De titel suggereert, dat ik het ‘groote’ herwonnen zou hebben. In werkelijkheid is het ‘verloren’ paradijs van verzen als ‘De laatste Nacht’, te herwinnen. De bundel kon dus eerder P. Lost heeten. Hoe kwam ik in Godsnaam aan dien naam?
Tien jaar van de twintig (1926-1936) zijn een tijdperk van zoeken geweest. Achteraf is het teekenend en een eenigszins pijnlijke ironie van het leven, dat juist die periode in het begin werd gekenmerkt door het zoogenaamd vitalisme.
Verzameld werk, dl. II, blz. 2/3
← Brief van 1927
36
Met Joris Ivens.
Ik wil voorkomen, dat er, den eenigen keer wellicht, dat ik een juisten titel koos, aan die juistheid twijfel ontstaat en misverstand wat mijn critisch credo betreft. Men kent het geval: Diogenes liep op een klaarlichten dag met een brandende lamp door Athene en toen men hem vroeg, waar die onzin toe diende, antwoordde hij, dat hij menschen zocht. - De zaak is nu niet, dat ik, in poëticis, alleen den mensch in den dichter zoek; ik zoek evenzeer den dichter in den mensch, maar èn onder menschen (in biologischen zin) èn onder dichters allereerst of uitsluitend bezielden, gestuwden door scheppingskracht.
Verzameld werk, dl. III, blz. 211
37
Titelpagina van De lamp van Diogenes.