Subjectieve reportage(1940)–L.Th. Lehmann– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] XXX Een gouden strand, het schuim der golven bloeit, de winden die uw harenval vergaarde omzwerven mij, in uwe ogen gloeit een hartstocht als van zee en witte paarden. De waaiergang van uwe hoge flanken gaat mij op duiz'lend lichte wegen voor. Verscheur nog niet de vele tere ranken waarin ik willoos mij aan u verloor. Zijt gij nog jong, onstuimig of bezonnen? Onmoog'lijk dat uw pad ooit 't mijne kruist. Heb dank want gij hebt niets aan mij gewonnen, ik ben als 't graan dat langs uw schouders ruist. Vorige Volgende