Plaat XII
Table XII
Fig. XXXV-XXXVIII. (L. 1-4). Kristallen in ingedampt wortelextract van Jateorhiza palmata Miers. 1. vermoedelijk kaliumnitraat; 2. tweelingkristal van 3; 3. mogelijk struviet; 4. wellicht calcium-oxalaat. - Brief 106 [61], blz. 182-190.
Fig. XXXIX-XL. (L. 5-6). Kristallen in ingedampt waterig extract van de uitgegloeide rest van de wortel van Jateorhiza palmata Miers. - Brief 106 [61], blz. 190, 218 en 231.
Fig. XLI-LII, LV. (L. 7-18, 21). Kristallen in ingedampte waterige oplossing van het destillaat en extract van de uitgegloeide rest van een menselijke blaassteen en van het waterig extract van een dergelijke vergruizelde steen. 7. sferolieten van zuur natriumuraat; 9 en 16. urinezuur; 10. calciummononydrofosfaat; 12 en 13. struviet; 14. cystine. - Brief 106 [61], blz. 200-236.
Fig. LIII-LIV. (L. 19-20). Stukje menselijke blaassteen, vergroot en nat. gr. - Brief 106 [61], blz. 226.
Fig. XXXV-XXXVIII. (L. 1-4). Crystals in evaporated extract of the root of Jateorhiza palmata Miers. 1. probably potassium nitrate; 2. twin crystal of 3; 3. probably struvite; 4. perhaps calcium oxalate. - Letter 106 [61], p. 183-191.
Fig. XXXIX-XL. (L. 5-6). Crystals in evaporated watery extract of the annealed rest of the root of Jateorhiza palmata Miers. - Letter 106 [61], pp. 191, 219 and 231.
Fig. XLI-LII. LV. (L. 7-18, 21). Crystals in evaporated watery solution of the distillate and extract of the annealed rest of a human bladder-stone and of the watery extract of such a stone, being powdered. 7. spheroliths of acid sodium urate; 9 and 16. uric acid; 10. calcium monohydrophosphate; 12 and 13. struvite; 14. cystine. - Letter 106 [61], pp. 201-237.
Fig. LIII-LIV. (L. 19-20). Part of human bladder-stone; enlarged and at nat. size. - Letter 106 [61], p. 227.