Plaat XIV. Table XIV.
Afb. 20. Schubben van de hoornlaag van de huid. 175 ×.
(Vgl. Brief 76, aant. 83, blz. 144.)
Ill. 20. Scales of the epidermis. × 175.
(See Letter 76, note 39, p. 145.)
Afb. 21a. De huid met de bloedvatverdeling.
Schematische doorsnede. Enkele poriën van zweetklieren zijn zichtbaar.
Uit: J. Boeke, A. de Groodt en G.C. Heringa, Leerboek der Alg. en Bijz. Weefselleer (1948). Vol. II. Fig. 33.
(Vgl. Brief 76, aant. 92, blz. 148.)
Ill. 21a. The skin and its blood-vessels.
Schematic section. Some pores of perspiratory glands are visible.
From J. Boeke, A. de Groodt en G.C. Heringa, Leerboek der Alg. en Bijz. Weefselleer (1948, Deel II. Fig. 33.
(See Letter 76, note 42, p. 149.)
Afb. 21b. Huid van de vingertop van een mens.
Dwarse doorsnede. a. uitvoerkanaal van een zweetklier. b. stratum corneum (hoornlaag). c. stratum lucidum. d. stratum granulosum. e. laag van Malpighi. f. dermis (lederhuid).
Uit: Bouin, Eléments d'histologie (1932). Deel II. Fig. 297.
(Vgl. Brief 76, aant. 92, blz. 148.)
Ill. 21b. Skin of a human finger-tip.
Transverse section. a. excretory duct of a perspiratory gland. b. stratum corneum. c. stratum lucidum. d. stratum granulosum. e. Malpighian layer. f. dermis.
From Bouin, Eléments d'histologie (1932). Vol. II. Fig. 297.
(See Letter 76, note 42, p. 149.)