De toveres Circe(1690)–Adriaen Bastiaensz de Leeuw– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina V] [p. V] Op de toverés Circe, treurspél. DE aaloutheid der Egiptenaaren En Grieken, schrander en ervaaren, Bedekten dikwils 't nutte zaad Van diepe wysheid, met Sieraad Van Bloemen, om hier door de zinnen Des Volks te neigen en te winnen. Al wie leergierig onderzocht, Wat in die schaaduw schuilen mogt, Kon door de schors der Fabel dringen Tót kennisse van grooter dingen. Op deeze wyz' vólgt Leeuw, den voet Der Ouden, nu hy Circé doet Ter Schouwburg daveren en donderen, Dat zich een ieder moet verwonderen: Want de aarde siddert op haar wenk: Wat weezen heeft, word met een zwenk Herschapen, door haar Toverkrachten: De Dieren wis'len van geslachten. Maar dit 's de Schorss', men merk den zin: Geen grooter Tovery als Min. J.S. Vorige Volgende