Voor vriendlijke oogjes en hartjes(1896)–Fredericus Hendrikus van Leent– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Moeder de Geit. Moeder Geit is in haar nopjes, En kent nog geen verdriet, Nu zij haar lieve Geitenkopjes, Zoo lustig springen ziet. ‘Och, och’, zoo zegt zij, in haar eentje, ‘Was Vader Bok nu hier, Dan zag hij heusch naariederkleentje Met evenveel pleizier’ ‘Och, lieve Moe, toe speel een poosje Met ons hier in het groen!’ - ‘Neen, hartediefjes’, zegt de moeder, ‘Dat past geen dame van fatsoen.’ Vorige Volgende