Voor vriendlijke oogjes en hartjes(1896)–Fredericus Hendrikus van Leent– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Een trouwe Wachter. Pa en Moe zijn op bezoek, Bij de buren - weet je - En mijn hond houdt nu de wacht Op een mollig kleedje. O, hij is zoo trouw van aard, En voor ons zóo goedig - Maar, als er een vijand naakt Dan is hij boos en moedig. Hector weet zijn baas is uit, 't Is dus zijn plicht te waken: Dat er geen dief of boos gespuis Ons kleintjes kan genaken. Vorige Volgende