Voor vriendlijke oogjes en hartjes(1896)–Fredericus Hendrikus van Leent– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Willen en niet kunnen. Water, water uit de bron. Zoo frisch en klaar; O, als ik 't maar bereiken kon, Dronk ik mijn buikje dik, voorwaar! Nu is mij deze kan te zwaar, En schoon ik 't wel zou willen, Die kan - kan ik niet tillen, Zeg, zuslief, houdt ge veel van mijn: Kom, sta men dan eens bij. Vorige Volgende