Voor vriendlijke oogjes en hartjes(1896)–Fredericus Hendrikus van Leent– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Moeder Poes. Moeder Poes zit stil te rusten, Met drie katjes om haar heen; 't Zijn dan allerliefste kind'ren, Allen even rap ter been. Kwam er nu maar een muisje Binnensluipen, onverhoed, Dan kon Poes haar kleintjes leeren: Hoe men muisjes vangen moet. Maar de muisjes komen niet, Zij blijven ver van daar; Dus spelen nu de kleintjes Maar vroolijk met elkaar. Vorige Volgende