Van prinsesje tot koningin

een aardig tooverboek met versjes

[p. 11]

De herten kennen haar wel.

Zie 't aanvallig Koningskind,

Jong van jaren, teêr bemind,

Hoe 't Haar kinderhart kan streelen,
Zelv' het voeder uit te deelen

Aan de herten, groot en kleen,

Rustig toevend hier bijeen.

Zij heeft ze allen toegesproken,
Niet één heeft aan de kudde ontbroken.

't Liev'lings Reetje aan Haar zijde

Dat zich zoo gaarne streelen laat;

Volgt gewillig, hupp'lend, blijde

Waar ook 't Prinsesje henen gaat.