Toen en nu

van 1801 tot 1901

De handspuit.

Die pret is nu gedaan; de glazenwasscherij,
Met ladders ruim voorzien die reiken tot de daken,
Zou onze straatjeugd niet zoo straffeloos genaken;
Ze is wel een groot gerief voor onze burgerij -
Want al de ruiten in de voorpui, laag en hoog,
Die krijgen nu een beurt, en wascht men schoon en droog.

[p. 27]

 

In de roef der jaagschuit.

 

In het salon der stoomboot.