Jan Klaassen en zijn Griet(1883)–Fredericus Hendrikus van Leent– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Jan wreekt zich op Griet zijn vrouw. Jan Klaassen ging nog niet te bed, Hij had zijn zin op kwaad gezet. En dacht zich nu eens goed te wreken, Op zooveel list en slinksche streken. Op eens - daar ziet hij Grietje staan, Hij loopt als razend op haar aan. Zoo dat die arme goede ziel, Gelijk haar kind uit 't venster viel. Vorige Volgende